Nieuws
Blijf op de hoogte van het laatste nieuws
Neem een kijkje in onze recente nieuwsartikelen
Wij rouwen
De verhalen van onze overleden dierbaren
Daags voor Allerheiligen brachten we het dode lichaam van Jef De Roye, 97 jaar jong, in onze kerk om hem toe te vertrouwen aan de allesomvattende liefde van onze God. Vijf en een half jaar eerder kregen we de kans niet om echtgenote Maria in de kerk te begraven omwille van de Covid-pandemie. Daarom brachten we in deze dienst ook eer aan haar nu beide partners weer herenigd zijn. Jef was een mens naar Gods droom: “zijnen hof was zijn leven.” Vermits hij op 58 jaar met pensioen ging, heeft hij bijna 40 jaar lang in die tuin van God hard gearbeid en gewerkt. Hij bewerkte verschillende gronden en hij deed dat graag. Hij teelde alle mogelijke groenten (van witloof over asperges, te veel om ze allemaal op te noemen. Hij zaaide zelfs graan om te malen en er dan zijn eigen brood mee te bakken…Voor Maria en het gezin (en wellicht ook voor vele vrienden en kennissen) was zijn huishouden zelfvoorzienend. Zijn werklust was, ondanks vele gezondheidsproblemen, enorm. Tot in het laatste jaar van zijn leven schilde hij als moderne man de patatten, bakte hij zijn eigen brood, bakte taarten en maakte speculaas voor Sinterklaas. Zowaar een moderne man. Het evangelieverhaal uit de uitvaart over het Rijk Gods sprak over Jef die zijn land bezaaide. God gaf het op zijn ongrijpbare manier vruchtbaarheid en Jef kon vele mooie vruchten oogsten. Jef had geen grote woorden om over God te spreken. Hij beleefde op zijn manier een verbondenheid met de Schepper vooral in zijn arbeid, in zijn tuin. Zo nam hij ook de zorg op zich voor echtgenote Maria. Met heel veel liefde heeft hij haar indertijd meer dan 3 jaar verzorgd als mantelzorger. Misschien kunnen we het evangelie hertalen als volgt: God bezaait zijn land, Hij riep Jef in het leven. Dan is God gaan slapen, en heeft Jef maar laten doen. Jef voelde aan hoe hij zijn leven moest oriënteren. Nu is God teruggekomen, het graan is volgroeid, het is tijd voor de oogst na een lang en rijkgevuld leven in een mooi gezin. Zoals Jef vaak fier het huis is binnengekomen met de vruchten van zijn tuin in de hand, zo mag hij nu bij God binnenkomen met in zijn handen de vruchten van zijn eenvoudig, maar o, zo mooie leven. Bedankt, Jef!
Enkele weken na de toediening van het sacrament der zieken in de Seniorenresidentie brachten we Maria Feyaerts voor een laatste keer naar haar parochiekerk op 25 oktober. In stilte was zij heengegaan op 92-jarige leeftijd. Maria werd zwaar beproefd in het leven. We projecteerden tijdens de dienst een prachtige foto van Maria met echtgenoot Frans en dochter Liliane bij gelegenheid van haar gouden huwelijksjubileum waaraan ze zo’n warme herinneringen over- hield. In 2015 verloor ze haar enige dochter om het jaar nadien haar man in haar armen te zien sterven van verdriet. Van dat schone gezinnetje van 3 uit de Torteldreef bleef op een jaar tijd alleen Maria nog over. Maria kreeg sindsdien een zwaar kruis te dragen: “Verberg U niet voor mij, God, ik ben in nood, luister naar mij!” Ze moet wel een sterke vrouw geweest zijn. Dankzij haar geloof in God hield zij het hoofd boven water. Ondanks de beproevingen van het leven bleef zij vertrouwen op God: “U, God, houdt mijn hand vast, U leidt me en geeft mij raad.” Maria ging heel vaak naar het kerkhof om kortbij Frans en Liliane te zijn. Ze kon ook moeilijk afscheid nemen van haar huis en tuin. Daar waar ze zo gelukkig was met man en dochter. Mooie herinneringen! In die laatste 10 moeilijke jaren kreeg Maria enorme steun van nicht Agnes, haar man en kinderen. Zij boden haar lichtpuntjes aan, met de beste zorgen werd ze omringd, niets was te zwaar voor hen. Als dat geen voorbeeld is geweest van pure liefde! Ook in het Woon Zorg Centrum, waar Maria 8 jaar geleden haar intrek nam, waren er mensen die naar haar de hand uitstaken: verzorgenden en vrijwilligers die met liefde en toewijding haar omringden met hun beste krachten. We hebben Maria voorgoed uit handen gegeven en haar nu voorzichtig aan de handen van onze God toevertrouwd. Zij mag bij Hem nu vredig rusten, herenigd met Frans en Liliane.
16 oktober. Dag op dag 3 jaar geleden stierf haar geliefde zoon Pol plots. José was een sterke vrouw. José was een zachte vrouw. Ze was een bijzonder moedige vrouw die zich niet heeft laten overspoelen door het slopend proces van de ongeneeslijke ziekte die haar als jonge moeder overkwam. Je moet weten, de MS-kliniek in Melsbroek was toen nog niet wat ze nu is; gespecialiseerde hulp stond nog in zijn kinderschoenen. Ze was ervoor naar een Duitse dokter gegaan die haar een streng dieet op basis van tarwe- en roggekiemen had voorgeschreven. Ze zal er zich dag na dag, op de laatste tien jaar van haar leven na, met ijzeren discipline aan houden. Wat haar niet belet het huishouden te blijven doen en dagelijks voor Jules en de kinderen te blijven koken en zorgen. Ze blijft overeind en wanneer ze valt, houdt ze zich vast aan de mensen rondom haar. Door hun vriendschappen te worden aangeraakt, voor hen te kunnen blijven zorgen, geeft haar levensmoed. Maar er was meer. José bad dagelijks… Een kerkganger was ze niet, “Want,” zei ze zelf: “Thuis bidden is even goed” Ze moet de wondere bijbelverhalen gekend hebben en ze wist dat Jezus, wanneer Hij oog in oog met ziekte en dood kwam te staan, meer dan ze uit te schakelen, een ‘nieuw soort leven’ aan te bieden had. Dat Hij zich in de bijbelse verhalen door de zieke mens liet aanraken. José heeft zich ook door Hem laten aanraken. Ze geloofde dat Hij er ook was voor haar en dat Hij luisterde naar haar pijnlijk verhaal. Laten we samen geloven dat Jezus haar nu troostend in zijn armen heeft genomen om haar voorgoed de diepe geborgenheid te schenken die een mens tegemoet kan gaan.
Op 7 oktober namen we met velen gelovig afscheid van Theo De Weerdt, echtgenoot van Jeanne Gysemans. Met authentieke getuigenissen van dochter Ilse en van de kleinkinderen brachten we in herinnering hoe Theo zijn levensdagen waardevol maakte, hoe hij liefhad en dienstbaar was naar anderen. Hij was een harde werker, niet met grote woorden maar met daden, trots op zijn gezin en zijn kleinkinderen. Theo was een sociale man, actief in de fanfare tot wanneer zijn gehoor het niet meer toeliet. Het muziekstuk dat Alexander bracht tijdens de dienst op sax tenor, het instrument dat Theo 40 jaar lang speelde in de fanfare, raakte de hele kerk in hart en nieren. Theo had nog een andere passie: zijn duiven. Alles en iedereen moest ervoor wijken. Tot de laatste dag praatte hij altijd over zijn duiven. Ze hadden een belangrijke plaats in zijn leven. Na een ziekte van 3,5 jaren leeft hij nu in Gods nabijheid waar dochter Inge hem opwacht. Jezus zegt ons in het evangelie: “De kern van mijn boodschap is dit: al wat ge wilt dat de mensen voor u doen, doe dat ook voor hen!” Dat heeft Theo in zijn leven altijd gedaan. En de laatste jaren, op het einde van zijn leven, heeft de familie precies hetzelfde gedaan voor hem. Theo, gij hebt de wil gedaan van de Vader in de hemel: gij hebt uw taak als mens uitstekend vervuld in alle eenvoud. Jezus belooft u nu een plaats te geven in het huis van de Vader.
78 jaar geleden is zij uitgevaren op het meer van het leven, Christiane Simon, van wie we op zaterdag 4 oktober afscheid hebben genomen in onze kerk. Christiane groeide tot haar twaalfde op in Congo en kwam, zoals zovele kinderen wiens ouders carrière hadden gemaakt in de kolonie, in 1960 terug naar het moederland. Voor haar was dat Keerbergen. Eens hier verloopt alles zonder veel turbulentie. Haar levensboot vaart in kabbelende wateren. Er wordt weinig van stapel gelopen, behalve dat zij Jan leert kennen en hij haar: het begin van een grote levenslange liefde… 53 jaar geleden zijn ze getrouwd om elkaar nooit meer los te laten. Maar niet lang daarna slaat het noodlot toe. De stormwind steekt op en dreigt hen te pakken in wat hun het meest dierbaar is, hun eerstgeboren kind. In uiterste nood, in het oog van de storm, wenden zij zich tot Damiaan, apostel der melaatsen. En het wonder geschiedt: ze worden verhoord. Het tij keert. Christiane en Jan hebben begrepen dat niemand minder dan Jezus aan boord van hun schip is. Hij staat niet meer aan de oever van het meer, maar is met hen in de boot, in de woedende storm. Ook later, wanneer de storm meermaals in al zijn hevigheid opsteekt, verliezen Christiane en Jan hun moed niet. Ze hebben eens en voorgoed voor het vertrouwen gekozen dat elke mens de goddelijke kracht in zich draagt om dichter bij het geluk te komen. Voor het vertrouwen in een onuitsprekelijke liefde die goddelijk is en ook ons elke dag dichter brengt bij de overkant van onszelf. Elke dag dichter brengt bij onze bestemming die God is. Christiane, laat je nu maar dragen naar de andere oever, op hemelse wateren, waar je voor altijd kan schuilen in Gods duizendschoon schitterend licht.
Op zaterdag hebben we in een goedgevulde kerk Marleen Frissen, de echtgenote van Willy Schreurs, uit de Vlieghavenlaan, uit handen gegeven en toevertrouwd aan de handen van onze liefdevolle God. Marleen (bijna 80) stond erop om van haar uitvaart een sober moment van rust te maken met hemelse muziek uit de “Zeven laatste woorden van Christus” van Joseph Haydn als rode draad. Haar leven was er één met veel deugddoende momenten, één van blijde ontmoetingen en heerlijk samenleven. Haar aandacht ging in de eerste plaats altijd uit naar het welzijn van anderen. Zij was niet alleen “de manager van het huis”, altijd beschikbaar, zij was ook de immer zorgende en zorgzame vrouw en mama, trouwe echtgenote 52 jaren getrouwd met Willy. Zij was de verwennende vrouw voor elk ander, de gastvrije, hartelijk, samen met de hele familie rond tafel, de enorm vergevingsgezinde vrouw die niemand tot last wilde zijn. Woorden uit psalm 15 in de 1ste lezing van de uitvaart typeerden Marleen nog beter: “Leven zoals je bedoeld bent, onverstoorbaar de aangewezen weg gaan, niemand beledigen, niemand gebruiken, niemand laten vallen. Gewoon beantwoorden aan de verwachting: mens zijn voor de mensen. Eén die goed doet, één die betrouwbaar is, reisgenoot, onderdak – op je mooist ben je dan, op je sterkst, mens, onwankelbaar mens. Marleen, treed binnen in de vreugde van de Heer.”
Op 4 september overleed te Ranst op 85-jarige leeftijd Marie Paule Baudot, weduwe van Torre Mutton, moeder, grootmoeder, zorgdrager, archeologe, oprichter WIN - Women in Need, vele jaren voorganger in uitvaarten in onze parochiekerk. Zo was zij de eerste vrouw, de eerste leek ook, die in de kerkelijke uitvaarten voorging in Keerbergen. Hoeveel mensen zou zij niet bijgestaan hebben in momenten van verlies en verdriet? Integer, recht door zee, de puntjes op de i, was ze ook steeds trouw aan de eigen opvattingen in alles wat ze ondernam. Marie Paule was op vele fronten actief. Zo heeft ze in 2018 vier Syrische vrouwen enthousiast verwelkomd, die de burgeroorlog die in hun thuisland sinds 2011 woedde, waren ontvlucht. Gelukkig was het toen nog mogelijk dat meer dan 600 Syrische christenen asiel verkregen in ons land. Toen Marie Paule de oproep van onze toenmalige pastoor Jos Figeys hoorde, aarzelde ze geen moment en verzekerde ze zich onmiddellijk van de inzet van enthousiaste medestanders. Er staat ons een lezing uit het oudtestamentisch Boek Ruth voor ogen die Marie Paule op lijf en ziel geschreven is: Ruth, de niet-joodse, die tot haar joodse schoonmoeder spreekt: “Waar gij gaat, daar zal ik gaan; waar gij leeft, daar zal ik leven; uw volk zal mijn volk zijn en uw God zal ook de mijne zijn. Waar gij sterft, daar zal ik sterven en ik zal naast u begraven worden. Wij zullen dan voor altijd samen zijn en onze liefde zal hét geschenk van ons leven zijn.” Ja, grote dingen gebeuren zodra de wegen van anderen de onze kruisen. Als de tijd van onze eigen zonsondergang zal aangebroken zijn, zal alleen de zuiverheid waarmee wij van anderen hebben gehouden, met kracht kunnen getuigen van het enorme, levengevende geschenk dat wij voor elkaar zijn geweest. De zuiverheid waarmee Marie Paule van ons heeft gehouden, zal met kracht getuigen van het enorme levensgeschenk dat zij is geweest
‘Lief Vrouwke, ik kom niet om te bidden, Maar om een poos bij u te zijn. Ik heb u niets te geven, niets te vragen deze dag. Ik bezit alleen de grote vreugde, dat ik u bekijken mag.’ Hoe dikwijls en hoe graag zou Paula, weduwe van Sus Eraly, dit Marialied niet gezongen hebben met een vreugde gelijk aan de blijdschap van Maria toen ze Elisabeth bezocht. Enkel maar de vreugde van te mogen opkijken naar Maria’s teder glimlachen dat op momenten van verdriet de wanhoop geneest die ons hart overspoelt. Zoals wanneer onze eigen moeder sterft. Het overkwam ook Paula. Ze was de tweede jongste in een gezin van negen. Pas met Sus getrouwd en op eigen benen, stierf haar moeder in ‘54. Daarop besloot het jonge paar bij Paula’s vader in de ouderlijke hoeve te gaan wonen. En zoals Maria het bergland van Judea introk en er gezwind de pas inzette –“met spoed”, zegt de evangelist- zo ook heeft Paula er wellicht niet lang moeten over nadenken. Was het niet met dezelfde vreugde als die van Maria die haar die berg deed verzetten? Dezelfde vreugde als die van Pater Damiaan van Tremelo, wiens wegen ook door zeeën en over bergen waren gegaan? Paula had een grote verering voor deze baanbreker. Als kind had zij in de lagere school een lang gedicht van buiten geleerd over een melaats kind op Molokai, dat bij ‘Vader Damiaan’ troost had gevonden. Je gelooft het amper, maar zovele jaren later, in de gebedsviering van 14 februari ll. in de Nootelaer heeft Paula het nog ‘ns, op haar 95ste, helemaal vanbuiten opgezegd. Paula was een getalenteerde vrouw. Jarenlang heeft ze ter ere van God tot op hoge leeftijd in het parochiekoor Cantate Domino en het begrafeniskoor Sint Michiel gezongen. ‘Haar leven is als sneeuw. Wìj kunnen het niet bewaren.’ Troost is dat zij bij ons was, uren, maanden, jaren en dat ze nu voor altijd bij haar Schepper is…
Felix, ‘nen diepgewortelden boom van ‘ne mens. Felix, wat ‘gelukkig’, ‘de gelukkige’ betekent. Een boom van geluk voor zijn familie. Een diep in de rots verankerd huis dat niet bezweken is onder het gebeuk van de storm… Een mens die zijn Schepper eer heeft gedaan. Die genoten heeft van al het goede dat er is. ‘Féke vitesse’, zoals ze hem op de football noemden. Een stormram, in zijn jonge jaren niet te stuiten… Die het onschatbaar talent had zich te smijten in al wat hij ondernam. Of dat nu de football was of teppeschieten of kaarten. Evengoed heeft hij als elektrieker hard gewerkt; ging hij helemaal op in het werk in zijn tuin; hield hij mateloos van Maria, Fabienne & Hedwig en zijn kleindochter, zijn oogappel Fien. Eén en al leven wist Fé de stormen van het leven die op hem inbeukten, te doorstaan. Ondanks de vele ingrepen en zware behandelingen die hij op latere leeftijd heeft moeten ondergaan, bleef hij de zon door de wolken zien. Ja, de boom is recht blijven staan, het huis op de rots heeft het niet begeven, geworteld en gefundeerd als Felix was in de liefde. Het talent van de liefde dat hij van zijn Schepper had gekregen. Mateloos graag zien; mateloos graag leven… Het is daar dat we Felix nu moeten gaan zoeken. In het samen genieten van al het goede dat er is. In de sporen van vrolijkheid die deze levensgenieter en tegelijk hardwerkende mens voor ons achterliet. Laten we, zoals hij, genieten van alle dagen van ons leven die God ons heeft gegeven, want Hij heeft de mens gemaakt voor een onvergankelijk leven. Tot een beeld van zijn eigen eeuwigheid.
Op zaterdag 9 augustus om 10 u hebben we afscheid moeten nemen van Miel Thys, weduwnaar van Rosa Op de Beeck. Miel en Rosa vooral, zijn bijzonder in de weer geweest voor ons kerkgebouw. Hun inzet en hun toewijding kunnen moeilijk overschat worden. Rosa zou bijna haar bed gemaakt hebben in de kerk, altijd present, altijd aanwezig, steeds in de weer. Ook op Miel kon je altijd rekenen. Hij heeft jarenlang gewerkt in het labo van de brouwerij van Haacht. Bier wordt gebrouwen om de dorstigen te laven en dat is één van de werken van barmhartigheid. Miel kon heel goed zingen en heeft jarenlang het koor ondersteund met zijn krachtige en prachtige stem. Miel en Rosa hadden geen eigen kinderen, maar misschien was Jos Figeys, de opvolger van Jos Wellens, voor hen wel als een zoon, waarvoor ze ongelooflijk hebben gezorgd. In 2016 zijn ze voor hem in de bres gesprongen toen Jos dringend geopereerd moest worden, zweefde tussen leven en dood. De hond van Jos (Shaba) hebben ze dan maandenlang verzorgd en opgepast. Na de dienst in de kerk, werd Miel bijgezet bij zijn Rosa, die hij al enkele jaren moest missen. Daarmee was de kring van liefde weer helemaal rond. Hij zal nu in vrede zijn en wonen in de stad van onze God, de stad boven de wolken. Dag Miel! Duizendmaal bedankt voor alles!
In het hart van de eerste vakantiemaand hebben we afscheid genomen van Maria, 95 jaar. Zij was al bijna 37 jaar weduwe van François Schauvaerts (+13/10/1988, Jos Wellens ging toen voor in zijn uitvaart) en woonde (zo lang het kon) op de Putsebaan met haar dochter Renilda. Maria heeft in haar leven hard gewerkt. Ze deed zelfs wat men toentertijd noemde "mannenwerk". Ze heeft jarenlang in de brouwerij Lamot in Mechelen gewerkt in de afdeling aftrekkerij. Haar man werkte in brouwerij "Het Sas" in Boortmeerbeek. Moeder en dochter zijn altijd voor mekaar in de weer geweest. Maar 8 jaar geleden is Maria opgenomen in het WZC De Nootelaer. En haar zus Ivonne (buurvrouw) is na het overlijden van haar man daar ook naartoe getrokken. Gevolg: grote en sterke zusterliefde. Maria en Ivonne waren, ook dankzij Renilda, steeds in de mis- en gebedsvieringen in het rusthuis. En ze deden altijd goed mee. Maar met Pasen dit jaar werd duidelijk dat Maria niet zo goed meer bij de zaak was. Op zaterdag 5 juli is ze overleden. Na de kerkelijke dienst is haar kist bijgezet bij haar man. Daarmee was de kring van wederzijdse liefde weer rond en dat voorgoed. Dat ze verder mag leven in overvloed!
Geboren in een groot gezin van 9 kinderen in Rijmenam aan de rand van het bos, huwde Yvonne met Jos Feyaerts en ging in Schriek wonen, kortbij de schoonouders. Met 3 kinderen (Marc, Mia en Mireille) verhuisden ze naar de Heikant in Keerbergen waar ze hun huis zelf bouwden. Daar kregen ze nog een 4de kind, dochter Leen. Werk genoeg om als moeder voor het huishouden te zorgen. Yvonne kookte en bakte graag. De hele familie was fan van haar Fabiolaschotel. Als vrijwilligster bij Ziekenzorg hielp ze graag mee met alle activiteiten die als doel hadden de leden een mooie dag te bezorgen. Haar creativiteit en handigheid deelde ze met de leden van de hobbyclub en toonde dan het resultaat van al dit naai- en breiwerk, samen met andere gemaakte kunstwerkjes tijdens de jaarlijkse tentoonstelling. Ook maakte ze, in alle stilte en zonder groot vertoon, een succes van elke festiviteit of eetdag. Jezus zegt ons in het evangelie: “De kern van mijn boodschap is dit: al wat ge wilt dat de mensen voor u doen, doe dat ook voor hen!” En dat heeft Yvonne in haar leven altijd gedaan. En op het einde van haar leven heeft de familie en hebben verzorgenden hetzelfde gedaan voor haar. “Niet iedereen die tegen Mij zegt: ‘Heer, Heer’, komt het hemelse koninkrijk binnen, alleen hij of zij die de wil doet van mijn Vader” besluit Jezus. Yvonne, gij hebt de wil gedaan van de Vader in de hemel: gij hebt uw taak als mens goed vervuld in alle eenvoud. Jezus belooft u nu een plaats te geven in het huis van de Vader.
Zaterdag was het Keerbergse kerkgebouw bijna helemaal volgelopen voor de uitvaart van Annie, 78 jaar, weduwe van Johnny Verret. Eigenlijk was dat te verwachten. Want als je meer dan 40 jaar café "Den Bas" op de Tremelobaan hebt opengehouden, dan is er veel volk over de vloer gekomen en dan ben je gekend bij veel mensen. Een "herberg" is een plek waar het goed toeven is. Mensen zijn er steeds welkom, de deur staat open voor iedereen. En vooral belangrijk: je wordt er goed bediend en er wordt naar je geluisterd. Luisteren kon Annie uitstekend. Hoeveel uren zou zij niet hebben geluisterd naar het wel en wee van mensen, die tussen pot en pint op verhaal konden komen? Begin 2020 overleed haar man Johnny. Toch is Annie verder het café (beperkter) blijven openhouden als een thuis voor de talrijke verenigingen, die den Bas als trefpunt of vertrekpunt hadden voor hun activiteiten. Er waren heel veel bloemenkransen van allen die Annie als hun herbergmoeder wilden bedanken. Na de kerkdienst werd haar urne, haar as van leven bijgezet bij haar man Johnny. Ze zijn weer samen. De kring van liefde is weer rond. We zullen haar in schoonheid blijven gedenken. Annie, God zegene en beware je!
Bijna 88 jaar geleden werd deze sterke mens op de boerderij van zijn ouders in een toen al groot gezin geboren. Van kindsbeen af leerde Frans werken en dat is hij zijn leven lang blijven doen. Hard werken, schouder aan schouder met Leontine, om zijn kinderen alles te kunnen geven wat nodig is in het leven. In zijn uitvaart hebben we uit Boerenpsalm van Felix Timmermans gelezen. Over zijn evenknie Boer Wortel, die de Heer looft en dankt om diens Goddelijke tussenkomst in zijn strijd met de natuurelementen. Wortel houdt ondanks alles van zijn veld en het zware labeur dat hij dag in dag uit doorheen de seizoenen verricht. Zijn verhaal speelt zich af in het begin van vorige eeuw, nog voor de Groote Oorlog begint. Dat van Frans komt pas goed op dreef na de Tweede Wereldoorlog. Als kleine jongen van negen, verloor hij zijn vader ten gevolge van een in de oorlog opgedane longontsteking waar hij niet van was hersteld. Zijn moeder, zwanger van het 16de kind stond voortaan alleen voor de opvoeding van de kinderen en het werk op de boerderij. Werken op het veld en in de groentetuin, het is dáár dat Frans het heeft geleerd. Zijn leven lang was het zijn passie die hem in de volle kracht van het leven hield. Op 2 mei is hij gestorven, op dezelfde dag dat hij in 1961 met Leontine trouwde. Vier jaar geleden was er nog de feestelijke ontvangst op het gemeentehuis voor de viering van 60 jaar ‘samen’. Maar toen was Frans er al niet helemaal meer bij… Hij die zo gewerkt had, de buitenmens Frans, die al zijn werkkracht jarenlang had ingezet voor zijn gezin; van de overvloed van zijn groenten gul had meegedeeld, kwam minder en minder buiten. Meer en meer zocht hij zijn vast plekje voor de televisie op. Tot ook de laatste interesses, zoals de koers op tv, wegvielen en hij meer en meer sliep. Was Frans na een sober maar intens leven aan helende rust toe? Was zijn levenskracht, kracht geworden om te aanvaarden dat alles voorbij, maar niets verloren gaat? Dat er een tijd is van geboren worden en een tijd van gaan naar Gods Stille Tuin? Een tijd van ‘langzaam de tekens herkennen’? Was de tijd gekomen dat Frans zou gezegd hebben zoals Jezus in de Stille Tuin van zijn graf: “Houd me niet vast. Laat me los. Zoek me niet in de dood, maar in het leven. Zoek me in mijn dierbaren. In de liefde”? Rust nu maar, Frans in Gods hemelse tuin. Je hebt het meer dan verdiend.
Op 29 april mochten we Mon Van Reeth, weduwnaar van Maria Claes, uit de Oude Pastorijstraat een laatste keer verwelkomen in onze kerk. Mon was een man van veel daden en weinig woorden. Hij stond niet graag in de belangstelling. Hij was een rustige man, een harde werker met oog voor detail. Hij wilde dat alles tot in de puntjes in orde was: zijn huis, de tuin, noem maar op. Hij was iemand die kon genieten van elke dag en van alles en iedereen om zich heen. Mon stond altijd klaar voor zijn kinderen Annie en Freddy, maar indertijd ook voor zijn ouders, zijn broers en zussen en alle anderen die hem dierbaar waren. Hij wilde graag dat het goed ging met iedereen en dat niemand iets tekortkwam. Mon was een buitenmens en kon moeilijk stilzitten, behalve voor de koers op tv of voor een terrasje in de zon, samen met zijn kinderen, klein- en achterkleinkinderen. Sinds zijn komst in de Seniorenresidentie maakt spek met eieren er deel uit van het ontbijt. Mon was dankbaar voor zijn lang leven van 96 jaren. Met Goede Vrijdag was hij nog aanwezig in onze kerk bij de kruisweg waarin Jezus sterft en zegt: “Het is volbracht.” Ook Mon mag aan het einde van zijn aardse leven zeggen: “Het is volbracht!” En hoe! Wij vertrouwen erop vanuit ons geloof in de verrezen Heer dat Mon nu ontwaken mag in een leven dat nog rijker en voller is dan het aardse, en dat hij van bij onze God met ons verbonden blijft.
Op 24 maart verzamelden heel wat mensen in onze kerk om Roza Perrussel, weduwe van Louis Van Camp uit de Stuyvenbergstraat in Rijmenam, uitgeleide te doen op haar laatste tocht naar haar en onze Vader. Haar leven was een zegening van vele, vele jaren, meer dan een eeuw lang! In die lange “leef-tijd” heeft ze veel betekend voor zoveel mensen, nooit klagend, ook al had ze het niet altijd gemakkelijk. Je moet het maar doen, je echtgenoot Louis verliezen op 45jarige leeftijd, en daarna gedurende meer dan 55 jaren zoveel levenswil uitstralen. Dat kan alleen een sterke vrouw. Haar handen waren immers een wonder van voortdurende zorg voor anderen, niet in het minst voor dochter Denise en kleindochter Sabine. Roza was een bijzonder sociale vrouw. Ze heeft haar leven lang meegeleefd met Keerbergen en was erg betrokken op het parochiale leven als lid van Samana, Ferm en Okra. Zolang ze kon, genoot ze samen met vriendinnen van de activiteiten en vakanties die ingericht werden. De getuigenissen van Sabine en vanuit Ferm maakten duidelijk hoe graag gezien Roza wel was. De manier waarop ze in ’t Keerbergs de tombola afriep, blijft iedereen die haar kende bij. Haar levensas blijft nu in goede handen bij Denise op de boerderij waar Roza bijna haar hele leven heeft doorgebracht. Onze God heet haar nu welkom met de woorden: “Goede en trouwe dienares, treed binnen in de vreugde van Uw Heer.”
“Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven” Hoezeer is deze sterke uitspraak van Jezus op de avond voor zijn dood, niet de leidraad geweest in het leven van Bertha. Van jongs af ging zij de Weg van de Heer in het wondere besef dat hij het was en geen andere. De weg van de zichzelf gevende liefde. De weg waarop wij, mensen elkaar op weg helpen. Waarop we wegwijzer zijn voor elkaar. Wegwijzer naar de liefde van de Vader, zoals Bertha. Zonder het met zoveel woorden gezegd te hebben had deze sterke vrouw zich sinds het begin van haar bestaan laten meenemen op deze Vaderlijke weg. Toen dochter Ria besloot om met twee kleine kinderen terug te gaan studeren, nam zij het zonder aarzelen van haar over. Als een moeder zorgde ze voor haar kleinkinderen. Voor hen was zij een veilige haven. Niets was haar teveel. Waren ze ziek, dan werden ze door haar verzorgd; waren ze verdrietig, dan werden ze door haar getroost. De wijze woorden die ze sprak waren altijd door liefde ingegeven. Uit haar verschijning sprak kracht. Ze was een doe-mens met een sterk karakter die bij het nemen van beslissingen steeds gedreven was door de liefdevolle zorg voor wie haar dierbaar was. En toen het tij keerde en het Bertha was die zorgen nodig had, werden de rollen ook weer zonder aarzelen omgekeerd: voortaan waren Ria en de kleinkinderen, slalommend tussen het werk en de studies er geheel en al voor oma en opa. Nu de aardse weg is afgelegd, vraagt het leven ons Bertha los te laten en het van haar over te nemen. Haar leven heeft ons immers laten zien hoe ook wij dicht bij de Vader, op zijn Weg mogen leven. Hoe ook wij een zegen kunnen zijn voor de mensen en de wereld om ons heen.
Op 5 februari vertrouwden we in onze kerk André Van Gestel, wonend in de Roggestraat, toe aan de eeuwige liefde van onze God. In alle stilte, zonder iets te zeggen, is hij in het ziekenhuis totaal onverwacht -en toch niet onvoorbereid- ingeslapen. André, rasechte Keerbergenaar, geboren in 1944 was meer dan 57 jaar de trouwe echtgenoot van Annie De Roover. Voor Annie was André haar beschermengel. “Zo’n brave man”, zei Annie meermaals tijdens het rouwgesprek. Inderdaad, André was een harde werker, behulpzaam, in de weer voor anderen, een handig man die alles kon en deed, ook in zijn job als gemeentearbeider. Een week voor zijn dood stond hij nog op een trapladder deuren te verven bij Liese, zijn buur. “Als de graankorrel sterft, brengt hij veel vruchten voort.” Dat heeft André reeds tijdens zijn aardse leven mogen ervaren: zijn relatie met Annie en zijn verbondenheid met de buren zijn mooie voorbeelden van zijn gegeven leven als graankorrel die sterft voor anderen. De oogst die God André nu schenkt in het Vaderhuis, is nog veel rijker. Dat geloven wij als christen mensen. De graankorrel die André was, bloeit nu als een rijpe aar in de tuin van de Vader. Hij voltooit het leven van André tot vrede en geluk voor altijd, voor eeuwig, in Zijn nabijheid.
In Marcs uitvaart hebben we uit de Bergrede gelezen. Over de Nieuwe Wereld van God, de Oude op zijn kop gezet. Want tegen alle realiteit in toont Jezus ons daar wegen naar een leven dat ons gelukkig maakt. Hij roept ons op om dienstbaar te zijn voor elkaar, vriendelijk en zacht, vergevensgezind, geduldig en volhardend. En dat dat alleen kan lukken als we dicht bij Hem en zijn Vader blijven, want alleen daar vinden we die nederigheid, die zachtmoedigheid en rust in zijn puurste vorm. Dat had Marc begrepen en hij paste het ook toe. Als scherpzinnig socioloog-politicoloog observeerde en verkende hij, vertrekkend vanuit theoretische, maar steeds ook realistische uitgangspunten, het binnenwerk van de samenleving. Daarbovenop bezat Marc de gave van het woord. Maar allesbehalve grootsprakerig, was hij eerder een man van weinig woorden. Bewoog hij zich liefst op het achterplan, aan de zijlijn en praatte hij graag en goed met de mensen: in zijn gezin met Agnes, zijn kinderen en kleinkinderen, in de parochie, in het buurt- en opbouwwerk, met familie en vrienden en ook in het publieke leven tot in de politiek als woordvoerder van de ministers van ‘Gezin en Welzijn’ en ‘Onderwijs’. Marc had een goeie pen. Maar zoals zijn spreken, gebeurde ook het schrijven achter de schermen, ter ondersteuning van anderen die het beleid voerden. En dit steeds vanuit dezelfde christelijke en menselijke waarden, de Zaligsprekingen die Jezus sedert twintig eeuwen in de Beginselverklaring van de Nieuwe Wereld van zijn Vader met ons deelt. Marc heeft geleefd en gewerkt vanuit de zalige inspiratie van de ‘Zaligsprekingen’. Hij heeft ze bij leven ontvangen en doorgegeven. Het is op zijn minst symbolisch te noemen dat hij luttele uren vóór de jaarwende is gestorven, het Oude achter zich latend om een Nieuwe Hemel tegemoet te gaan en een Nieuwe Aarde.
Ook al stond er op zijn paspoort Jules Rijmenams, iedereen in de Doornlaarstraat en daarbuiten kende hem als Fons, Fonske, Foinke of bompa. Vroeger jaren werd vaak de tweede of de derde voornaam als roepnaam gebruikt. Fons was een sterke man, altijd gewerkt daar in de buurt in de aardappelgroothandel. We blijven aan Fons denken, telkens er een aardappel op ons bord ligt, of wanneer we een pak friet eten. Hij bezat handen, zo groot als een kolenschop. Fons was meer dan 30 jaar lang voorzitter van een wielerclub. Wielrennen zat hem in het bloed. Supporteren ook o.a. voor Fokke Sweeck indertijd en nu voor kleinzoon Laurens in het veldrijden. Fons was ook een geweldige humorist. Je zou het niet van zijn gezicht afgelezen hebben, maar als hij iemand een poets kon bakken, dan stond hij op de eerste rij. Hij hield ook veel van de natuur: snoeien van struiken en van bomen en gras afrijden zolang het kon. Op Fons kon je altijd rekenen. In zijn uitvaartviering hebben we het prachtige lied laten klinken van Raymond Van het Groenewoud, "Aan de meet". Inderdaad, ieder mens komt ooit aan de meet en moet "over de meet, waar de prijzen gegeven worden, de palm voor de winnaar"! Bompa Fons is nu over de meet, "sterven is opnieuw geboren worden", zingt Raymond. Fons leeft verder in de harten van zijn geliefden en is nu weer verbonden met Hilda Olbrechts, de liefste van zijn leven, die 15 jaar geleden overleed. We kunnen hem alleen nog vragen: "Fons, bid voor ons!" in de stad van onze God, boven de wolken. Want daar zal hij nu mogen wonen. Het is een belofte, die voor hem in vervulling is gegaan. Adieu Foinke, God zegene en beware je!
Waar is de tijd dat Sarah wekelijks, ver van ’s werelds gedruis, hier in deze kerk mee eucharistie kwam vieren. De laatste jaren kon dat niet meer omdat ze aan de kust verbleef in Huize Westerhauwe. Maar in haar heldere momenten bleef ze erop staan om voor haar afscheid terug te komen. In het Keerbergen waar ze 41 jaar had gewoond, was ze immers geworteld. In haar afscheidsviering hebben we het over haar gehad. Uiteraard. Heel haar wakker temperament, haar sterke fysiek en al even sterke geest deden haar onbevangen als een kind in het leven staan. Deden haar in volle overgave werken, tegelijk genietend bezig zijn: in de tuin, fietsend in Gods heerlijke natuur, piano spelend, schoonheid opzoekend in kunst, Aliceke helpend in De Regenboog met kleren op kapstokken te hangen voor mensen die het minder breed hadden dan zij. Ze kon aanstekelijk vrolijk zijn. In alles wat ze deed legde ze wat je zou kunnen noemen, een zorgzame onbezorgdheid aan de dag. Iets in haar deed haar de dingen doen tegen beter weten in. Ze verstond de kunst om de dagdagelijkse bekommernissen achterwege te laten en zich zorgen te maken om de goede dingen. Het dagdagelijks gepieker over vanalles en nog wat in het licht van wat blijft en wat voorbijgaat te zien. Om in het duistere van deze wereld zicht te blijven houden op het goede en het ware. Op Gods Koninkrijk. Wij moeten Gods Koninkrijk zoeken wat zoveel betekent als dat we Hem moeten dienen, zegt Jezus. Onwrikbaar geloven in de hoop en de liefde zoals Sarah dat deed. Kerstmis roept de onuitroeibare droom op van de overwinning van het licht. ‘Licht dat ons aanstoot in de morgen. Vaderlijk licht, steevaste schouder.’ Licht zoals Sarah dat voor ons was.
Ieder mens schrijft op de (soms woelige) zee van het leven, geschiedenis. Raymond Hendrickx stond mee aan de wieg van de Botermolen (het heemkundig museum aan de Haachtsebaan), meer dan 60 jaar geleden. Hij heeft, samen met vele vrijwilligers, het jonge verleden, de tijd van toen, voor het nageslacht bewaard in levende geschiedenis. De Botermolen was zijn lang leven! Raymond heeft in drukkerijen gewerkt, waar hij veel goed nieuws op papier heeft mogen zetten, maar ook droevig nieuws in het wisselvallige van het dagelijkse leven. Raymond ging heel graag vissen. Ik ben nog altijd vol bewondering voor hen, die urenlang naar de dobber op het water blijven kijken in de hoop dat er beweging in komt. En als ze dan een vis kunnen vangen, dan zetten ze die gewoon terug in het water. De rust en het plezier van het vissen! Wie zonder partner door het leven gaat, heeft nood aan een breed draagvlak van familie en vrienden vooral. Die had Raymond. Ze vonden mekaar bij pot en pint en ze blijven elkaar dragen tot in de hemel, zeker nu Allerheiligen er weldra aan komt! Raymond heeft zelf gevraagd om het niet te lang te trekken in zijn uitvaart. We hebben op zaterdag 26/10 een tijdsrecord gebroken. Raymond zal het zeker gewaardeerd hebben en zeggen dat het heel goed was zo. Dag Raymond! Tot ziens! A-dieu!
Lang geleden zei Jezus: “Iedereen die bij Mij komt, naar mijn woorden luistert en ze ook doet, weet je op wie zo iemand lijkt? Hij lijkt op een man die de funderingen van zijn huis diep in de rotsgrond verankerde. Geen storm kon het aan het wankelen brengen want het was stevig gebouwd.” Zo ging ook Ivo, reeds als jonge architect tewerk: alvorens tot het denk-, reken- en tekenwerk over te gaan, luisterde hij nauwgezet. Wat stond de klant voor ogen en wat was in deze technisch haalbaar? Dat ging zo professioneel, maar ook thuis wanneer hij zijn kinderen en kleinkinderen de weg toonde van het leven. Ivo luisterde en besliste pas daarna. Van huis uit had hij waarden meegekregen, wist hij dat een mens zonder grondige basis geen richting meer op kan, zocht ook hij een antwoord op de eeuwenoude vraag die mensen zich stellen: vanwaar komen wij en waar gaan we naartoe? Hij had geleerd dat op het fundament van de Blijde Boodschap een leven te bouwen was. Samen met Jacqueline, hun kinderen en kleinkinderen mocht hij in zijn eigen creatie, het huis aan de Haachtsebaan, zijn leven grondvesten en gedurende meer dan zestig jaar verder uitbouwen. Ja, zo heeft hij geleefd en is hij ook gestorven, omringd door hen die hem lief waren. Zij -wij- moeten nu voort. Het is nu aan ons om niet slordig om te gaan met wat Ivo betekend heeft. Het gedeelte dat wij mochten meemaken is af. Nu dragen we hem naar de overkant. We weten helemaal niet hoe en waar. Maar zeker is dat een leven gebouwd op de rots van Jezus’ Woord niet teloor kan gaan. Wij gaan naar huis om te wonen en te werken in wat hij ontworpen en gebouwd heeft. Hij ruste in vrede…
Niemand die eind september verwacht zou hebben dat Maria ons ging verlaten, zo stilletjes in haar slaap gestorven. Op 90-jarige leeftijd reed ze nog met de fiets, met de auto rijden nog tot in augustus van dit jaar, ja zelfs een week voor haar dood speelde zij nog met de kaarten. Niet alles was rozengeur en maneschijn in haar leven, maar altijd opnieuw slaagde Maria erin de draad weer op te pakken, zelfs toen haar man Frans stierf in 1998 bleef ze niet bij de pakken zitten. Zij wist maar al te goed dat in het leven alles zijn tijd heeft: een tijd van volop leven, een tijd van rouwen. Of om het met de woorden uit boek Prediker te zeggen: “Als mens word je geboren en gaat eens weer dood en daar tussenin leef je, groei je, ben je steeds aan het worden.” Maria was een fiere, pittige, vastberaden vrouw, een bezige bij die niet stil kon zitten. Ze was ook een sociale vrouw die zich inzette voor anderen: als actief lid van ziekenzorg, nu Samana, als bestuurslid van de vroegere KAV, verantwoordelijk voor de praktische school! En toen dat stopte hier in Keerbergen stapte ze over naar Ferm, ze was ook lid van de vroegere KWB (nu Raak). Ze maakte lange tijd ook deel uit van de Bostrappers. Er was maar één probleem: Maria kon niet stilzitten en had weinig of geen geduld. Thuis in den hof werken, maniakaal kuisen, naaien, breien, koken, niets kende geheimen voor Maria. Wat een sterke vrouw! Als vrouw, moe en moemoe was ze enorm verbonden met andere mensen. Ze hield van vakantie met familie. Alles wat zich aanbood, nam ze aan. Zo was ze ook vrijwilliger in Lourdes. “Liefde ontvangen, is een stukje hemel voelen. Liefde geven, wat deze sterke vrouw zo vaak deed, is zelf een stukje hemel zijn.”
Frank was één van de acht kinderen van de grote familie De Bie uit de Konijnenweg in de Zeept in Keerbergen. 37 jaar geleden heb ik hem leren kennen, toen ik pas pastoor was in Keerbergen. Ik weet nog altijd niet hoe, maar het klikte tussen ons. Ik heb altijd geprobeerd hem met raad en daad bij te staan. En dat is hij nooit vergeten! Enkele jaren geleden kreeg van hem een geschenk: een (verrimpelde en opgerolde) doek van het Laatste Avondmaal. Een kopie van het werk van Leonardo De Vinci, dat te bewonderen is in de abdij in Tongerlo. Frank heeft daar met een kruisjessteek jaaaaaarenlang aan gewerkt, een monnikenwerk, maar met een prachtig resultaat, een kunstwerk van zijn handen. Ik heb die doek laten inkaderen en heb die meegebracht naar zijn uitvaart in de kerk. Vorig jaar in september ontmoette ik Frank hier in Rijmenam op de pastorij en heeft hij zijn kunstwerk kunnen bewonderen met tranen van vreugde in zijn ogen. Frank heeft het grote geluk gehad goed omringd te zijn door zijn vriendin Peggy en door zijn zussen, Marie-Louise en Liliane, die zoveel voor hem hebben gedaan, vooral de laatste maanden, toen hij het verdict kreeg van zijn ongeneeslijke ziekte. Hij heeft mij gevraagd om hem de ziekenzalving te geven in het ziekenhuis. Hij was er klaar voor. Getuige zijn gevouwen handen gedurende heel de ziekenzalving. Het was zonder meer aangrijpend hem te mogen begeleiden op zijn laatste tocht, zijn thuiskomst in de stad van onze God. Met heel wat familie, vrienden en kennissen hebben we hem in Gods handen gelegd. Hij werd uitgestrooid op het kerkhof van Keerbergen. Het blijft daar vlak bij de Dijlevallei een plaats van ontmoeting met Frank en met allen die al vroeger naar de overkant zijn vertrokken. Hij zal in vrede zijn. Wij blijven hem in schoonheid gedenken. Frank blijft een onvergetelijke herinnering in de dankbaarheid van ons hart! (Jos Wellens)
‘Teruggaan’… ‘terugkomen’… ‘weggaan’ en ‘terugkomen’... Het is Jezus die zich in het Johannesevangelie met deze woorden tot Zijn leerlingen richt als Hij het heeft over het Huis van Zijn Vader. Hij zal weggaan om daar voor hen een plaats klaar te maken waarna Hij terugkomt om ze mee te nemen zodat ze voor altijd bij Hem zijn. Maar even goed als Zijn leerlingen spreekt Hij óns aan en steekt Hij ons, mensen van vandaag, een hart onder de riem: iedereen is een door de Vader geliefd mensenkind, hoe anders zij of hij ook is, doet, denkt of voelt. In het Huis van de Vader is immers plaats voor veel mensen. Diezelfde Goddelijke ruimhartigheid heeft ook Peggy mogen ondervinden van mensen. De eerste 53 jaar van haar leven woont ze thuis bij haar ouders in Stene bij Oostende. Na de dood van vader blijft moeder Isabella nog drie jaar alleen voor haar zorgen. Tot de toestand onhoudbaar wordt en beiden opgevangen worden in Duffel. Van Duffel gaat het voor moeder niet lang voor haar dood naar ‘De Nootelaer’ in Keerbergen. Zo komt zus Chantal op het spoor van het toen nog jonge Rozemarijn: voortaan pendelt ze tussen het gezin van haar geliefde zus, ‘Chantal-zus’ zoals Peggy haar steevast noemt, en het dagcentrum van Rozemarijn in de Wageman. Want Chantal is voltijds onderwijzeres; met Peggy erbij moet ze zich goed organiseren. In haar ‘vrije tijd’ neemt ze Peggy overal mee naartoe. In de schoolvakanties gaat het naar hun roots aan de zee. Op zee- plattelands- en bosklassen kan Peggy zich dan weer ontpoppen tot gewaardeerd lid van de bende schoolkinderen en collega’s van Chantal. Aan deze regelmaat komt een einde als Peggy van het dagcentrum in de Wageman naar Rozemarijn Haacht verhuist en ze alleen nog in de weekends naar Chantal, Hugo en de jongens gaat. En ze doet er geen doekjes om: iedereen mag het weten dat ze dààr echt thuis is. Alleen de allerlaatste maand van haar leven lukt dat tot ieders verdriet niet meer. Gelukkig kan ze in Rozemarijn blijven waar de begeleiding haar de nodige zorgen kan blijven geven. Ja, Peggy heeft een goed leven gehad en meer dan dat: als een kind zonder zorgen heeft ze in een hemel op aarde gewoond. Een hemel waaraan ze op haar eigenste manier heeft meegebouwd. Veel liefde en vriendschap heeft ze er gekregen èn gegeven. Om dan, zoals ieder van ons, langs dezelfde weg van liefde terug te gaan. Langs de weg die de dood weet te overbruggen naar een nieuwe hemel en een nieuwe thuis waar plaats is voor veel mensen.
Het leven van een mens is altijd een geschenk, een Gave Gods, zomaar gekregen, zonder verdienste van eigen kant. Francine De Schutter is geboren in Sint-Amands, een rustig dorp aan de grote bocht van de Schelde. De streek wordt wel eens Klein-Brabant genoemd. Francine is naar Keerbergen gekomen, de liefde gevolgd. Op Duivenbergen, niet zo ver van de Dijle, was zij thuis met haar man, de liefste van haar leven, Louis De Wachter. Een GAVE wordt een OPGAVE: bouwen aan een gezin van 5 kinderen, een gezin om fier op te zijn. Helaas in 1986 is Louis overleden, nog geen 60 jaar oud. Francine is langer weduwe geweest dan getrouwd met Louis. Haar man zo jong verliezen zal zeker een "stormachtige" ervaring zijn geweest. Nét als de leerlingen van Jezus in de storm op het meer, zal ook zij wel eens graag Jezus gaan wakker maken zijn om te vragen: "Raakt het U niet wat mij/ons is overkomen?” Maar zij is niet bij de pakken blijven zitten. Francine heeft altijd mensen om zich heen nodig gehad. Zij verhuisde naar de Mechelsebaan en zij sloot zich aan bij Samana, bij Ferm, bij Okra en bij het kerkkoor van Sint-Michiel. Mensen die mensen nodig hebben zijn de gelukkigste mensen van de wereld. Uiteindelijk komt in het leven de derde stap: van OPGAVE naar OVERGAVE. Het is blijven vertrouwen dat alles wel terecht en goed komt. Francine is nu naar de "overkant" gevaren en is nu veilig in haar thuishaven bij onze God, oorsprong en toekomst van alle leven. Zij zal van daar haar levenslied verder zingen in het koor van zovelen, die reeds vroeger de overkant hebben bereikt. Dag Francine, dank voor je mooie zangstem, voor alle inzet en grote toewijding! God zegene en beware je in vredevolle rust, in de stad van onze God. Daar mag/zal jij wonen!!!
Met het overlijden van Willy Schoovaerts, echtgenoot van Fienke Geens uit de Schrieksebaan kende een leven met heel veel deugddoende momenten van blijde ontmoetingen en heerlijk samenleven een einde. Op maandag 29 juli kwamen heel wat Keerbergenaars samen in onze parochiekerk om deze 72-jarige parochiaan aan de eeuwige liefde van onze God toe te vertrouwen. Een psalm zegt ons biddend voor: “In vrede leg ik mij neer en aanstonds sluimer ik in, Want U, mijn God, U laat mij zonder zorgen voor eeuwig rusten.” We bewaren in ons zachte herinneringen aan Willy, als trouwe parochiaan, altijd goed op tijd in de kerk, als rasechte Keerbergenaar, als feestmens, als geweldige luisteraar, als meestermetser die de bouw van heel wat huizen in de familie hielp realiseren, als beste kaartspeler van heel Keerbergen samen met Armand Helsen, Neke Boe, Rik Cipido en Fokke Sweeck. Misschien kan hij nu in de hemel met hen terug met de kaarten spelen? Maar bovenal herinneren we ons Willy als die zo geliefde echtgenoot van Fienke, nooit klagend, altijd tot iets ludiek bereid. Hij was de trotse vader van zoon Nico, de liefste opie van Bartel en Annelien. Zij kozen de urne waarin de levensas van Willy voortaan thuis bewaard wordt zodat hij bij alle komende familiefeesten aanwezig zou kunnen zijn. Ten huize van Fienke en Willy wordt er immers vaak gefeest, denk maar aan de Kerstperiode! Willy, als je je voet nu op de andere oever zet en het blijkt de hemel te zijn… Als je dan door een hand wordt aangeraakt en het blijkt Gods hand te zijn… Als je daar muziek hoort en het blijken engelen te zijn… Dan ben je niet heengegaan, maar dan ben je thuisgekomen!
Na een lang leven van meer dan 95 jaren heeft onze God Georges Van Dyck, weduwnaar van Joske Vandeplas, in zijn hemels Paradijs ontvangen. Het merendeel van onze parochianen en kerkgangers kende Georges als weldoende Sinterklaas en Paashaas. Elk jaar opnieuw maakte hij kleine en grote kinderen blij met zijn chocolade. Het was dan ook hartverwarmend dat zoveel parochianen aanwezig waren bij zijn afscheidsviering op donderdag 18 juli. Het minste wat we kunnen zeggen is dat Georges een veelzijdig, maar ook veeleisend man was. Zo bleek uit getuigenissen van zijn kinderen… Hij was handig als geen ander, creatief in praktische zaken, een doortastend zakenman, kortom een selfmade man, op vele gebieden thuis. Naast succes in de zakenwereld, kende Georges ook heel wat tegenslagen waarbij het verlies van 2 van zijn 7 kinderen hem tekende voor het leven. Het verlies van Anneke en Peterke is zijn leven lang blijven knagen, zowel aan hem als aan zijn vrouw Joske. Na haar dood in 2018 heeft hij naar eigen zeggen pas zeer laat beseft dat hij te weinig met zijn gezin van het leven had genoten. Hij had het niet meegekregen vanuit zijn strenge opvoeding. In het allerlaatste gesprek met de kinderen stelde hij zich toch de vraag “of het wel allemaal het risico waard was geweest”. Hij stond stil bij de vraag welke tol het geëist had van zijn relatie en gezin. “God is groter dan ons hart en Hij weet alles.”, een vers uit de 1ste brief van Johannes, was het centrale gegeven in de uitvaart. Hoe bevrijdend klonken deze woorden voor ieder van ons, voor zijn kinderen, en in het bijzonder voor Georges zelf? In de uitvaart zaten we in een kring rond het dode lichaam van Georges als getuigen van zijn leven onder ons. Ooit stond een gelijkaardige kring, veel kleiner weliswaar, onder het kruis van Jezus: zijn moeder, een leerling en enkele vrouwen, in radeloos verdriet. Ze bleven Jezus nabij tot het bittere einde. Het werd donker, niet de duisternis van de avond die mild is en rust brengt, maar een abnormale duisternis, één op het middaguur. Laten we, in dat donker moment van de dood van Georges, alles wat in ons leeft aan verdriet, dankbaarheid, aan vragen en verzuchtingen voor God brengen. Zijn blik is immers altijd vol tedere liefde en grenzeloos mededogen. Hij wil dat wij verder leven, ten volle met Hemzelf, God, als Gids. Toen Georges, na de ziekenzalving, uiteindelijk zei wat Jezus in het evangelie zei “Vader, mijn leven is in uw handen”, antwoordde God ongetwijfeld met de woorden “Georges, gij zijt mijn geliefd kind. Welkom!”
De woorden van Jezus waren nooit ver weg in Elisa’s leven. Regelmatig las ze in de Bijbel en ze verstond zijn oproep om God in haar dagelijks handelen zichtbaar te maken. Haar geloof was diep geworteld in de ontmoeting met de levende Heer in eucharistievieringen die ze elke week volgde op de Portugese televisie. Dat zelfde geloof maakte haar een liefdevol mens. Voor haar echtgenoot Francisco liet ze haar vaderland achter zich en trok naar Zuid-Afrika. De afstand en de taalbarrière wogen op haar dat eerste jaar, maar zij volhardde. De zorg voor haar gezin en schoonmoeder kwam op de eerste plaats. Net zoals Maria bewaarde ze alles in haar hart. Deze heilige Moeder was ook een belangrijke figuur in haar leven. Elisa leerde haar kinderen en kleinkinderen dat Maria altijd luistert, wanneer we Haar aanspreken. Hoe vaak hebben ze samen niet de rozenkrans gebeden, thuis en in Fatima. Door haar voorbeeld heeft het geloof een weg gevonden naar de volgende generaties. Het vertrouwen dat Elisa in God stelde, geeft ons hoop dat zij vrede mag vinden bij de verrezen Heer Jezus Christus, dat zij in de hemelse Tuin met God en haar dierbaren verenigd mag worden. Haar tastbare aanwezigheid onder ons is nu voorbij, maar haar liefde heeft wortel geschoten en zal in eeuwigheid onze eigen levens voeden. Elisa, ons hart brak toen je heenging. Maar je bent niet alleen gegaan: een deel van ons reisde met je mee op de dag dat God je naar huis riep. Adieu... Tot we weer gans samen zijn in Zijn Aanwezigheid. * The Words of Jesus never were far away in Elisa’s life. So often she would read the Bible; she understood these Words and how to put them in practice. Her constant faith was rooted in the participation in the eucharistic celebration she watched every week on Portuguese television. Her faith made her a kind and loving person. To start with her husband Fransisco, whom she followed to South Africa. The first year was hard on her, alienated from her country and culture, struggling with the language barrier. But she prevailed, she cared for her family and her mother-in-law. Like Mary, she kept everything in her heart. Her affinity to the Virgin Mother was remarkable. Elisa thaught her children and grandchildren dat Mary always hears our prayers. So many rosaries they recited together at home or in Fatima. Through her life she paved the way for Christ to the next generations. Her trust in God fills us all with hope - hope that she now enjoys the peace of our Risen Lord Jesus Christ. She may have disappeared from this mortal earth, but her everlasting love remains firmly planted in our lives and memories forever. Elisa, it broke our hearts to lose you. But you did not go alone, for part of us went with you on the day God called you home. Adieu... ‘Till we meet again in Gods presence.
Maandag 10 juni liep onze kerk goed vol. Met heel veel, en vooral ook met een heel grote delegatie van Rozemarijn, vertrouwden Marina en Hugo, Tommy en Sara met zovele aanwezigen Glenn, amper 35 jaar, toe aan onze God. Bijna letterlijk gaven ze Glenn uit handen toen zijn papa Glenns levensas de kerk binnenreed in zijn rolstoel tot voor het altaar. “Kom bij Mij”, was niet toevallig het intredelied! Begin 2011 werd Rozemarijn in Keerbergen Glenns nieuwe thuis. Hij ontpopte zich daar als een echte, grote, vriendelijke vlinder. En een vlinder was hij echt, vooral als de mama hem kwam halen in Rozemarijn, en recht voor zijn gezicht de tonen van “wie”, “wie”, “wie” zegde, dan begonnen zijn armen en handen te fladderen, als een echte vlinder. Er kwam dan ook een zeer brede glimlach op zijn gezicht. Glenn had wel degelijk een taak in zijn leven en heeft die ook met onderscheiding volbracht, door zijn aanstekelijke lach, zijn gefladder van armen, het spelen met zijn blinkende snippers. Indrukwekkend waren de dankwoorden die in naam van Glenn uitgesproken werden: “Bedankt aan mijn broer Tommy, voor mij te nemen zoals ik was, en het steeds voor mij op te nemen! Bedankt aan mijn schoonzus Sara, om in mij een volwaardige schoonbroer te zien. Bedankt, Elena en Nathan, om in mij jullie nonkel te zien, en vooral om mijn blinkende papiertjes op te rapen waar ik altijd mee speelde. Bedankt aan alle zorgende handen die ooit voor mij gezorgd hebben, vooral voor het personeel van Rozemarijn die ervoor zorgden dat ik een volwaardig bestaan heb gehad. Maar vooral bedankt aan mijn ouders, in het bijzonder aan mijn mama. Nooit was het te veel om me te verzorgen, om op mij te letten op goede en slechte dagen. Jij hebt echt bergen verzet voor mij!” Eén van de vele verhalen in de uitvaart bleef ook nazinderen wanneer de vos uit het verhaal van de kleine Prins besloot: “Als ik voortaan naar zand kijk, zal ik aan jouw mooie blonde haren denken en dat geeft een fijn gevoel. Bij alles zal ik steeds aan jou kunnen denken, en dan zal ik me beter voelen. En als ik je erg mis en erom moet huilen, dan kijk ik naar de sterren, en dan zie ik je toch: met mijn hart. Want weet je, eigenlijk kun je nog het beste zien met je hart.”
Paul, die erin geslaagd was reeds van kindsbeen af de regie over zijn eigen leven te houden… Zoals een dirigent dat doet met zijn orkest, wist hij het beste uit zichzelf en zijn dierbaren te halen. Hij huldigde daarbij een strakke logica: problemen waren er om op te lossen. Niet min. Niet meer. Tot na 60 jaar huwelijk zijn geliefde vrouw Anjes begon te vergeten. Haar wereld steeds kleiner werd. Het heden mistig en het verleden versmolt met het nu. Ze werd zwaar hulpbehoevend maar verlangde om thuis te blijven, wat Paul ertoe aanzette om de rollen om te keren. Anjes had 60 jaar met grote toewijding voor man en kinderen gezorgd. Nu was het aan hem. En hij heeft woord gehouden. Ondanks hartfalen dat hem, was hij niet zo taai geweest, fataal geworden was. De goede huisvader die de touwtjes steeds in handen had gehad, moest nu blijk geven van onverwachte lenigheid. Niet hij was het die alles naar eigen goeddunken regelde… Niet hij zette voortaan de toon van zijn en haar levensmelodie, maar moest zich voortdurend aanpassen aan de verlangens van zijn geliefde andere, ook al waren die onberekenbaar en grillig en was er geen ontsnappen meer aan. Dat heet dienend liefhebben. Zoals Jezus deed toen hij op de avond van zijn afscheid de voeten van zijn leerlingen waste. En Hij de gewone gang van het leven onderbrak en ons allen uitnodigde om verder en dieper te gaan in onze liefde voor elkaar.
Op dinsdag 23 april hebben we gelovig afscheid genomen van André Thys. Over André, over meester Thys kan met recht en reden gezegd worden dat hij de geschiedenis van Keerbergen ingaat als dé naoorlogse onderwijzer die de jongens van het eerste leerjaar leerde lezen, schrijven en rekenen. Maar het ging dieper dan dat. André wist dat je met kinderen het meest bereikte door ze te stimuleren in wat ze reeds in aanleg konden. Keer op keer en voor iedereen bracht hij de interesse op die kinderen -en mensen tout court- in hun ontwikkeling zo broodnodig hebben. Interesse in de andere en het andere. Eerbied voor de eigenheid van de andere, ook en vooral als dat een kind was dat normaal gesproken op de achterste bank belandde. Ja, zo werkte meester Thys in de klas; zo was hij thuis met zijn kinderen, en later zijn kleinkinderen die dagelijks na school door hun grootouders werden opgevangen. Zo legde hij als meester, vader en grootvader stevige fundamenten in de harde rotsgrond van hun levens, zodat ze elke storm kunnen doorstaan. Wij prijzen ons gelukkig dat we in het leven mensen tegenkomen zoals Meester Thys, die met milde blik naar ons en onze kinderen kijken. Immers in deze bewogenheid voor de andere, deze krachtige wijze van zijn, is niemand minder dan God te vinden. Niemand minder dan God…
Dinsdag 11 april liep onze kerk goed vol voor de uitvaart van Cyriel Wouters. Iets meer dan 5 en een half jaar na zijn echtgenote wordt Cyriel nu herenigd met Julia, zijn grote liefde. Vanuit zijn verbondenheid met de natuur probeerde Cyriel, die, in september 2023 nog zijn 90ste verjaardag vierde, in het spoor van Christus te leven. We dankten voor zijn noeste arbeid als boer en arbeider in de brouwerij. Achterkleinkinderen Ruben, Kobe en Witse plaatsten elk een hartvormig kaarsje op de kist met het dode lichaam van Cyriel als teken van blijvende verbondenheid. De 1ste lezing over “de 4 seizoenen” vertelde ons over de mens die hard werkt in de zomer van zijn leven, over de onzekerheid die ontstaat in de herfst, niet wetend wat de toekomst brengen zal. Vervolgens confronteerde de lezing ons met de winter, waarin Cyriel besefte dat hij stilaan afscheid zou moeten nemen. Cyriel is gestorven in de lente nu het land weer groen wordt terwijl onder een prille zon knoppen opengaan en nieuw leven zichtbaar wordt. Wij geloven dat Cyriel nu deel heeft aan het nieuwe, eeuwige leven bij ons aller Vader.
Op zaterdag 6 april vierden we dankbaar het leven van Roger Berghmans, weduwnaar van Germaine Renson (+2013). Op de schone ouderdom van bijna 90 jaar, ging Roger, uitgeput aan krachten, zachtjes van ons heen in de Seniorenresidentie. Roger geloofde in het liefdesverhaal van Jezus en bouwde zijn leven op een groot vertrouwen in Hem. Roger stond altijd klaar om andere mensen te helpen, niet in het minst zijn eigen kinderen en kleinzoon Sven. Vele lange jaren heeft Roger de handen uit de mouwen gestoken voor anderen. Hij was bezorgd om kwetsbare mensen in de samenleving, zo steunde hij regelmatig het kinderkankerfonds, de brandwondencentra, de opleiding van blindgeleide honden… Net zoals Jezus was Roger een zachtaardig man, dankbaar tegenover medemensen, dankbaar en erkentelijk, zeker ook het laatste jaar tegenover het personeel van het WZC, waar hij deelnam aan de activiteiten. We hebben Roger nu voorgoed uit handen gegeven. We legden hem voorzichtig in de handen van onze God. Daar mag hij nu vredig rusten.
Louis… zijn weg was recht. Zijn geest open en sterk. Zijn hart vol van liefde. In alles wat hij ondernam, zowel op de werkvloer als landschapsarchitect/dienstoverste, als in zijn familie, was goed niet goed genoeg. De toewijding aan zijn vrouw, moeder van zijn kinderen is legendarisch. Het paar was onafscheidelijk. Toen Christiane hulpbehoevend werd en hij de zorg voor haar ten dele uit handen moest geven, aarzelde hij niet om hun huis en thuis te verkopen om samen met haar zijn intrek te nemen in de Keerbergse Seniorenresidentie wat voor hen beiden flink snoeien in hun vrijheid was. Dat mateloos graag zien ‘houden van’ gold ook zijn kinderen. De vader die hij was slaagde erin elk van zijn drie kinderen de vrijheid te gunnen zichzelf te ontdekken en tot dan toe nog onbetreden levenspaden te bewandelen. De eigen grenzen op te zoeken zoals de zoon in het verhaal van de ‘Goede Vader’ dat Jezus in het Lucasevangelie vertelt. De vader die hij was, woog zijn liefde niet af aan de verdiensten van zijn zonen, maar probeerde steeds te begrijpen. Zijn principes af te stemmen op wat er omging in zijn en in hun hart. Zijn liefde had iets goddelijks. Het was een ‘houden van’ dat enkel vroeg om aanvaard en doorgegeven te worden. Wij danken de Heer, onze Goede Vader omdat Hij zo herkenbaar was in Louis. In de warmte van zijn hart. In de lichtjes in zijn ogen. In het voorbeeld dat hij voor zijn familie en vrienden en voor ons allemaal was.
nieuwsbrief
Wil je op de hoogte blijven van het reilen en zeilen op onze parochie? Schrijf je dan zeker in voor onze maandelijkse nieuwsbrief. Zo mis je geen uitnodigingen voor onze komende activiteiten.




























